E-learning: Analyseren, behandelen en leren omgaan met eergedrag en eerverlies
Thuisstuderen op eigen tempo voor 145 accreditatiepunten
Doelstelling
Goed kunnen omgaan met of hulpverlenen aan mensen met een geschonden EER is in migrantengezinnen vrij complex. In de EER opleiding (nr. 526513) leren cursisten culturele eerkwesties praktisch aan te pakken. Het analyseren, behandelen en leren omgaan met eergedrag en eerverlies zijn handreikingen die in de cursus gecultiveerd worden.
Doelgroepen
De doelgroepen die geselecteerd zijn door de accrediteurs zijn allen direct/ indirect werken met hulpbehoevende EER-slachtoffers.
- Ervaringsdeskundigen
- GGZ-Agogen
- Kinderwerkers/ Jongerenwerkers
- Maatschappelijk Werkers
- Psychodiagnostisch werkenden
- Sociaal Agogen
- Sociaal Werkers
- Leerkrachten
- Vertrouwenspersonen
- Vertalers en Tolken
- Juridisch Adviseurs
Samenvatting opleidingsinhoud
In deze e-learning opleiding besteedt Bureau Eer aandacht aan een aantal veel voorkomende problemen, zoals de behandeling vanuit relevante culturele en religieuze opvattingen en het overleven in de westerse samenleving. De opleiding bestaat uit lees-, studie- en individuele opdrachten. Met behulp van studievragen op de site kunnen de cursisten zelf toetsen of zij de leerstof beheersen.
Op deze pagina wordt de e-learning overzichtelijk samengevat. Voor veel detail en bestelmogelijk kunt u hier klikken:
Opleidingsmateriaal
De cursus is geent op het exploratieve onderzoek dat in boekvorm verschenen is; EER: Leven met eergedrag en eerverlies. Dit boek vormt samen met de educatieve kennis en ervaring de basisleerstof van de cursus, dat na de inschrijving voor de cursus wordt opgestuurd.
Over het boek EER
Er is nagenoeg 20 jaar onderzoek gedaan naar de invloeden van eergedrag en eerverlies in het leven van seksueel, lichamelijk en geestelijk mishandelde hindoe- en islamitische meisjes en vrouwen in Nederland.
Het boek bestaat uit 3 delen. Deel 1: van het onderzoek en problematiek eer en seksueel misbruik; deel 2: de praktijk, ‘Slachtoffers aan het woord’; deel 3: Theorie naar aanleiding van de onderzoekbevindingen.
Competentieversterking
De opleiding bestaat uit lees-, studie- en individuele opdrachten. Met behulp van studievragen kan je toetsen of je de leerstof beheerst. Zoals al hierboven genoemd, vormt het boek EER de basisleerstof. Dat boek wordt met het inschrijven ook besteld en geleverd.
145 PE-/ accreditatiepunten
De e-learning opleiding is voor een bij Registerplein geregistreerde professional geaccrediteerd voor 145 PE-/ accreditatiepunten.
Prijs
Het gehele traject, inclusief het boek EER en certificaat bij geslaagde test, is:
€ 745,- (incl. B.T.W.) per cursist.
Inhoud en wijze van kennisoverdracht e-learning
In 3 fases
Cursisten worden middels 3 vormen van kennisoverdracht begeleid.
- In fase 1 van de studie vindt de kennisselectie plaatst.
- In fase 2 leren zij oefenen met de opgedane kennis.
- In fase 3 vertellen zij over de verworven kennis. De opgedane theoretische kennis en methodes bieden de mogelijkheid om met wetenschappelijke inzichten gevallen uit de praktijk te vertalen naar de hulpvragen en oplossingen.
Fase 1 van de opleiding: Het selecteren van theoretische kennis
Dat vindt plaatst d.m.v. culturele kennis over EER-theorieën en -opvattingen uit diverse herkomstlanden. Tegen de achtergrond hiervan blijkt de EER-problematiek in Nederland te veranderden, EER-slachtoffers worden niet aan hun lot overgelaten. Welke vorm van hulp biedt je aan hulpbehoevenden? Bij het oplossen van eerkwesties kiest Bureau EER voor het schemagericht analyseren, behandelen en leren omgaan met eerkwesties.
De docent structureert de schematherapie systematisch aan de hand van 3 universele modellen: het agency, ecologisch en de culturele emotieanalyse model.
De docent doceert online uit de handleiding EER, van eigen hand, instructies en opdrachten. De leerstof is afdoende, bovendien is deze theoretische fundering onmisbaar voor de overgang naar fase 2 en 3; de praktijkopdracht. Fase 1 wordt afgerond met een theoretische toets[1] die cursisten online maken. Na voltooiing van de theoriestudie gaan zij door naar fase 2. De e-learning kennisoverdracht wordt in fase 2 omgezet in: het oefenen van kennis, en kennis opdoen aan de hand van casuïstiek. Theorie en praktijk aan elkaar koppelen.
[1] Bestuderen voor de theoretische toets
Uit boek EER: Deel I: pag. 23-75 (53 pg) | Deel II: pag. 79-81 (3 pg) | Deel II: Hoofdstukken. 7 & 8: Pag. 214-276 (63 pg.) = 119 Bestuderen online informatie voor de cursus 17 pag. Tot. = 136.
Opdracht voor fase 2
- Beschrijf een casus uit de praktijk, thema: incest, mishandeling, homoseksualiteit, weglopen en/of prostitutie. Structureer systematisch de casus met behulp van de 3 modellen. Formuleer concreet het probleem en de hulpvraag.
- Hoe behandel je deze casus? Schrijf een behandelingsplan waarin de hulpvraag van de cliënt centraal staat.
- Wat zijn de specifieke problemen?
- Wat zijn de behandelingsdoelen?
- Op welke behandelingsstrategieën moet je, je concreet afstemmen in je schema? Bijvoorbeeld; verlating, verstoting, mishandeling, uithuwelijking, etc.
Toelichting interactie cursist en docent bij de kennisoverdracht
Cursisten hebben in deze fase voor het uitvoeren van de opdracht, telefonisch contact met de docent die instructie en gebruiksaanwijzing geeft hoe de cursist in deze fase moet handelen:
- Om schemagericht te werken met de theoretische modellen is het een vereiste dat cursisten eerst uit het boek EER een aantal casussen[1] bestuderen.
- Nadat de cursisten een beeld hebben van de diverse eerproblematiek in de praktijk, mogen ze een onderzoeksplan[2] schrijven voor hun casus uit de praktijk. Het gekozen thema moet eergerelateerd zijn, bijvoorbeeld: incest, mishandeling, homoseksualiteit, weglopen en/of prostitutie, etc.
- De volgende stap is het systematisch gestructureerd beschrijven van de casus met behulp van de 3 modellen. Als het probleem en de hulpvraag concreet is geformuleerd, kan de overstap gemaakt worden naar vraag 2. Hoe behandel je deze casus?
- Hiervoor wordt een behandelingsplan[3] gemaakt waarin de hulpvraag van de cliënt centraal staat.
De cursist levert online het verslag in[4] waarin de vragen 1 en 2 zijn verwerkt.
De docent kijkt het werk na. Mocht dat onvolledig zijn dan is er weer contact tussen docent en cursist. Pas als de opdracht voldoende is, gaat de cursist naar fase 3.
[1] Uit boek EER: Deel 2: 81- 215 & 276 – 419 (135 + 144= 279 pg).
[2] Maak bij het schrijven van je onderzoeks- en behandelingsplan gebruik van: Bannink, F.P. (2019): Oplossingsgerichte vragen. Handboek oplossingsgerichte gesprekvoering, Amsterdam: Pearson. Bestudeer: Pagina 15-102 (88 pg).
[3] Uit boek EER: Deel 2: 81- 215 & 276 – 419 (135 + 144= 279 pg).
[4] Casus van 15 tot max. 20 pagina’s.
Fase 3: het vertellen van kennis, het overdragen van de nieuwe, zelf verworven kennis
In deze fase mogen alle studenten die hun opdracht voltooid hebben, presenteren. Zij vertellen in de groep wat ze aan kennis hebben opgedaan en welke bijdrage zij leveren aan de wetenschap op het gebied van eergerelateerde problematiek.
Afronding met het uitreiken van het certificaat
De studenten mogen daarna, als zij dat willen hun verslag samenvatten in een artikel voor plaatsing op het blog van de Bureau Eer website. Zo kunnen zij hun kennis delen met anderen.